Spring naar de hoofdinhoud

Diensten, voor studenten door studenten

Gratis Juridisch Advies

Ons team van rechtenstudenten staat voor je klaar.

Word Lid!

Wil jij je inzetten voor een beter studentenleven? Word lid van AKKU!

Huur verlagen

Betaal je niet te veel? Doe de check met onze online tool.

Duur OV is niet oké

Waarom is het openbaar vervoer zo kneiterduur? Dat vraag ik mij af. Studenten zitten vast in Nijmegen en worden tegengehouden door de poortjes op Nijmegen Centraal en de prijs van het OV. In dit artikel onderzoek ik aan de hand van interviews met internationals de stand van zaken in het OV en de gevolgen die dit hen heeft.

Studenten zijn erg afhankelijk van het openbaar vervoer. We reizen veel; naar colleges, naar huis in het weekend, de stad, evenementen en sportwedstrijden. Van vroege colleges doordeweeks tot late avonden in het weekend, het openbaar vervoer is ons tweede thuis. De overheid ondersteunt studenten met het studentenreisproduct, waardoor we doordeweeks óf in het weekend gratis kunnen reizen, en het andere deel van de week met een korting. 

Dit klinkt ideaal, maar dat is het niet. Een weekend naar je ouders, of die ene treinreis die tóch doordeweeks moet, kost al snel tientallen euro’s. Dit is gek; het doel van het openbaar vervoer is transport waar iedereen gebruik van kan maken. Het voelt voor studenten tijdelijk toegankelijk door het reisproduct. Maar kleur net buiten de lijntjes, buiten de tijd van je abonnement, en je kan flink betalen. Om dan te bedenken dat het overgrote deel van Nederland niet een dergelijk abonnement heeft, en dus altijd de volle prijs betaalt. Het OV doet dus niet waar het voor bedoeld is; iedereen betaalbaar laten reizen.

Ik wilde erachter komen in hoeverre dit probleem leeft onder studenten. In hoeverre verhindert de prijs van het OV studenten? Om deze vraag te beantwoorden ben ik in gesprek gegaan met een groep internationale studenten. Internationals hebben alleen recht het studentenreisproduct als ze meer dan 56 uur per maand werken, wat voor velen onhaalbaar is naast een fulltime studie. 

Allereerst geven de internationals aan dat de informatievoorzieningen voor het gebruik van openbaar vervoer zeer beperkt is. De Radboud Universiteit geeft enkel de informatie dat internationals een OV-chipkaart moeten aanschaffen. Er zijn wel degelijk mogelijkheden om korting te krijgen binnen het openbaar vervoer, maar deze moeten de internationals wel zelf uitzoeken, terwijl de meeste anderen ook niet weten dat deze opties er zijn. 

Een van de studenten die ik sprak, moest door de woningkrapte op een kamer wonen in Arnhem. Elke dag op en neer reizen is op zichzelf geen probleem, maar de kosten die ze  elke dag betalen om in Nijmegen te komen, tellen aan het eind van de maand wel flink op. 

Het idee van Erasmus studenten, studenten die binnen de EU studeren, is dat zij overal in Europa gelijk behandeld zouden moeten worden. Studenten die vanuit het buitenland in Nederland komen studeren, hebben weinig mogelijkheden tot gratis OV. Hierdoor worden zij niet gelijk behandeld en wordt het voor lastig om mee integreren bij de Nederlandse studenten. Ook krijgen zij geen mogelijkheid om Nederland rond te reizen, iets wat onder internationals wel leeft, omdat dit een reden is om naar het buitenland te gaan. 

Een van de studenten die ik sprak, is lid geworden van een sportvereniging. Dit heeft hij gedaan om zo makkelijker aansluiting te vinden bij medestudenten. Echter, voor competities en toernooien is het voor hem lastig, omdat hij niet altijd mee kan doen, omdat de OV kosten nou eenmaal te duur zijn om de reizen te kunnen betalen. Hierdoor ervaart hij dat het lastig is om zich helemaal betrokken te zijn bij de vereniging. 

Dit probleem leeft onder meer internationals dan slechts degene die ik heb gesproken. Internationals gaven aan dat hun medestudenten erg blij waren dat ze de kans kregen om hun verhaal en problemen te delen, omdat hiermee zij zich hiermee ook vertegenwoordigt voelen. En dat is het allerbelangrijkste, we moeten zorgen dat alle studenten vertegenwoordigd zijn en kans krijgen om deel te nemen aan het studentenleven. 

Hieruit blijkt dat de gevolgen voor studenten groot zijn. De financiële drempel van het OV sluit studenten buiten om deel te nemen aan (delen van) het studentenleven, zoals sportwedstrijden, werk of andere sociale activiteiten. Studenten zijn in de bloei van hun leven en moeten de kans krijgen om zichzelf te ontplooien. Daarnaast is het voor internationals die door de kamernood geen kamer kunnen vinden extra lastig. Zij zijn genoodzaakt in een andere stad te gaan wonen en daarmee gaan de weer maandelijks extra reiskosten bij gepaard. 

Voor een international is het wel mogelijk om aan studiefinanciering en een studentenreisproduct te komen. Dit is enkel mogelijk wanneer een international ten minste 56 uur in de maand (gemiddeld 14 uur per week) gaat werken. Voor veel internatioanls is dit niet mogelijk. Veel internationals komen hierheen om hun studie te doen, en willen dat nominaal doen. Geen van de internationals was van deze regeling op de hoogte. Dit zet ook weer vraagtekens bij de communicatie en informatie richting internationals, die in Nederland komen studeren. 

Om te zorgen dat internationals in Nederland gewoon kunnen studeren, en ook de kans krijgen actief deel te nemen aan het studentenleven, is het van belang dat iedereen recht heeft op gratis openbaar vervoer tijdens diens studententijd. Deze maatregel kost weliswaar geld, maar het zou juist een hele belangrijke investering zijn van onze maatschappij in de toekomst. Hierdoor kunnen we alle studenten blijven betrekken in het studentenleven, waardoor we een sterkere volgende generatie hebben in onze maatschappij.

Dus, wij willen gratis OV voor álle studenten!

Doe mee! Deel dit bericht.

Gemeenten Arnhem en Nijmegen discrimineren studenten met regeling energietoeslag

In Arnhem en Nijmegen kunnen studenten geen energietoeslag krijgen. Dit blijkt uit de beleidsregels van de gemeenten. Studentenvakbond AKKU is woedend. ‘Dit is discriminatie van studenten en gaat zelfs tegen de Grondwet in. Studenten vallen wéér buiten de boot.’

De energietoeslag is bedoeld om mensen met een laag inkomen en een hoge energierekening te steunen. Minister Schouten en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben echter geadviseerd om studenten met recht op studiefinanciering uit te sluiten. Arnhem en Nijmegen hebben dit advies opgevolgd. Voorzitter Kayleigh Hofstede: ‘Dit is onacceptabel, studenten worden namelijk ook hard geraakt door de crisis. Toch worden zij op basis van bron van inkomsten uitgesloten. Volgens artikel 1 van de Grondwet is dit verboden.’

Volgens de Minister en de VNG kunnen gemeenten studenten uitsluiten, omdat zij als alternatief ‘individuele bijzondere bijstand’ kunnen krijgen. ‘Dit is alleen voor de bühne. Negen van de tien studenten kúnnen geen bijstand krijgen, die worden dus compleet in de steek gelaten.’ aldus voorzitter Hofstede. 

AKKU wil dan ook dat studenten in Arnhem en Nijmegen alsnog voor energietoeslag in aanmerking komen. ‘Studenten met een hoge energierekening kunnen zich melden bij ons Meldpunt Energie-armoede. Door de gemeenten te laten zien hoe groot het probleem is, hopen we ze te overtuigen om studenten alsnog energietoeslag te geven. Gebeurt dit niet, voelen we ons gedwongen vervolgstappen te zetten.’

Doe mee! Deel dit bericht.

Deel 6: de laatste stap naar verandering – in je hoofd en in het echt


AKKU Welzijn Online: ‘Zeg maar ‘dag’ tegen je uitstelgedrag!’ (6/6)


Maar liefst 50% van de studenten zegt bovengemiddeld veel last van uitstelgedrag te hebben. De kans is groot dat jij één van hen bent. Reden voor AKKUWelzijn om in de serie ‘Zeg maar dag tegen je uitstelgedrag!’ het fenomeen te ontleden en een helpende hand te bieden!  

Nu je diverse vaardigheden voor de omgang met uitstelgedrag hebt ontwikkeld, is het zaak om stil te staan bij de vraag of je overtuigingen over uitstelgedrag en jezelf nog wel kloppen. In deze slotaflevering leggen we daarom de focus op de kracht van gedachten en de route naar een blijvende verandering in denken en doen.


Wat zijn gedachten?

Mensen zijn, in de woorden van de filosoof Kant, begiftigd met rede en spraak. Daardoor zijn wij in staat om voorstellingen, herinneringen en ideeën te vormen en tot uitdrukking te brengen. Een gedachte is een ‘random’ moment in het denkproces. 

Factoren die de gedachtevorming beïnvloeden zijn:

1. Persoonlijkheid. Ieder persoon heeft van nature unieke vermogens, emoties en interesses en vormt daarmee unieke gedachten.

2. Geheugen. Het geheugen is de ‘kluis’ van de informatie die aan onze gedachten ten grondslag ligt. De capaciteit van het geheugen is erfelijk bepaald, maar wordt ook beïnvloed door factoren als slaap, voeding en middelengebruik.

3. Emoties. Op dezelfde plek waar gedachten gestalte krijgen, vormen zich voortdurend emoties. In zekere zin zijn het dus communicerende vaten.

4. Inzichten. We kunnen ons denkproces sturen door ons te beroepen op eerder gevormde herinneringen en inzichten. Zo kunnen eerder gevormde gedachten de basis voor nieuwe gedachten vormen.

5. Fysieke gesteldheid. Gedachten zijn, bezien door een bèta-bril, het product van chemische reacties in het brein. Je lichamelijke conditie bepaalt het ‘klimaat’ waarin de reacties plaatsvinden. ‘Gezonde gedachten in een gezond lichaam’, zou je dus kunnen zeggen!



Het gevaar van negatieve gedachten

Risicogedachten
Wanneer je een negatieve gedachte krijgt, raak je automatisch meer gefocust op het managen van de onprettige gevoelens die dit teweegbrengt, dan op de taak die je eigenlijk wil of moet doen. Zo beschouwd is uitstelgedrag niet zozeer een timemanagement-probleem, maar een emotieregulatieprobleem. 

In dit verband kan worden gesproken van drie typen ‘risicogedachten’:


1. Gedachten over jezelf:

  • ‘Ik kan dit niet…’
  • ‘Ik snap dit niet…’
  • ‘Dit is te moeilijk voor me…’

2. Gedachten over de taak:

  • ‘Dit is saai…’
  • – ‘Ik heb hier nu geen energie voor…’
  • – ‘Ik doe dit later wel…’

3. Gedachten over je werkwijze:

  • – ‘Ik moet dit perfect doen…’
  • – ‘Ik moet het op mijn manier doen…’
  • – ‘Ik wil er 100% zeker van zijn dat mijn aanpak de juiste is…’

Extra gevaarlijk: de ‘moet-gedachte’
Gedachten hebben grote invloed op ons vermogen om een taak uit te voeren en kunnen ons makkelijk in een negatieve spiraal doen belanden. Het wordt pas écht linke soep als het woord ‘moeten’ te sterk in je gedachten voorkomt. Dergelijke spinsels over jezelf, je taak en je werkomstandigheden geven een beklemmend, gespannen gevoel en beroven je van je flexibiliteit. Omdat dergelijke gedachten zo ‘stil’ aanwezig zijn, is het bovendien lastig je hier bewust van te worden. Je handelt dan naar je gedachte alsof zij op waarheid berust.

Uiteraard is dit niet hoe het heurt. Wij mensen zíjn niet onze gedachten, we hébben ze slechts. Het is dus de uitdaging om niet te doorslaan in ‘moeten’, maar om te denken in ‘mogen’ en ‘kunnen’. Want vraag je nou eens af: je moet eten, drinken en slapen om niet om te vallen, je moet naar het toilet en je moet weleens op tijd in de collegezaal zijn… Maar wat móét je nou écht nog meer?



Omdenken als toverformule

Acceptatie: een doodnormale zaak
Zoals gezegd ben je, wanneer er een negatieve gedachte in je opkomt, meer bezig met gevoelsmanagement dan de taak op je to do-lijst. Een cruciaal onderdeel van dit proces is acceptatie. Dit is niets anders dan puur en alleen ervaren wat je voelt, zonder het te interpreteren veroordelen, proberen te veranderen of weg te stoppen. Juist omdat gevoelens, of het nou woede, blijdschap of verdriet is, vergankelijk van aard zijn en elkaar dus in rap tempo opvolgen, is acceptatie dé manier om negatieve gevoelens als sneeuw voor de zon te laten verdwijnen.

A denken, B doen
Het vervelende van acceptatie is dat het niet vanzelf gaat. Wanneer het op gedachten en gevoelens aankomt, ben je, zoals gezegd, automatisch gericht op gevoelsmanagement. Het gevaar dat dan op de loer ligt, is dat je de fase van bewustwording (‘Waarom denk en voel ik dit?’) overslaat en je ‘op de automatische piloot’ naar je gedachten en gevoelens handelt. Voor je studie zou dat niet bevorderlijk zijn…



Het kan dus zeker geen kwaad om een negatieve gedachten even aan wat onderzoek te onderwerpen (bijvoorbeeld aan de hand van deze tool). Een onderzoek dat overigens alleen nuttig is, als je daadwerkelijk iets met je inzichten doet. In de praktijk betekent dit dat je precies gaat doen wat je normaal gesproken zou doen…  

… Maar dan precíes het tegenovergestelde. Sta je op het punt een maaltijd te skippen, omdat je anders je deadline van 23.59 uur dreigt te missen? Kom tóch van je stoel en duik de keuken in. Het recept voor succes ligt al voor je klaar!


Een beetje optimist is óók een pessimist
Betekent dit dan ook dat je één brok optimisme moet zijn? Ja, maar nee. De manier waarop je over jezelf, je taak en je eigen vaardigheden denkt heeft grote invloed op je vermogen om daadwerkelijk je werk te doen, dus een positieve insteek kan zeker geen kwaad. Echter, ook wat optimisme betreft geldt: overdaad schaadt. Bij te veel optimisme is de kans groot dat je onderschat wat er nodig is om je taak tot een goed einde te brengen. Dit is ‘killing’ voor je motivatie om aan de slag te gaan. Ga dus uit van je eigen kwaliteiten, zonder je ogen te sluiten voor tegenslag onderweg!


De stap naar blijvende verandering

Obstakels onderweg
Een blijvende gedragsverandering creëren gaat gepaard met obstakels. Dat is volkomen normaal: je gaat patronen proberen te doorbreken die je mettertijd als natuurlijk bent gaan ervaren. Het kost gewoon tijd en inspanning voordat je die patronen achter je hebt gelaten en je beoogde gedrag een nieuwe gewoonte is geworden. Minimaal 6 weken, zo stelt Jaap Murre, hoogleraar Theoretische Neuropsychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Geduld en doorzettingsvermogen is dus een schone zaak!

Tegenslag vs. terugval
Wat obstakels onderweg betreft is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen tegenslag en een terugval. Tussen de 58 en 71% van de mensen vervalt tijdens de eerste ‘veranderingsmaand’ gemiddeld zes keer tijdelijk in een vroeger gedragspatroon. Het grote verschil met een terugval schuilt in de manier waarop met zo’n obstakel wordt omgegaan. Bij een tegenslag ben je in staat om te leren van je ervaring en komt je langetermijndoel niet in gevaar, in plaats van dat je – wat bij een terugval vaak het geval is – hevig gaat twijfelen aan je eigen vermogens.


Het duurt minstens zes weken tot je een nieuwe gewoonte hebt ontwikkeld. Geduld is dus een schone zaak!


Een manier om ervoor te zorgen dat een tegenslag geen terugval wordt, is verwachtingsmanagement. Daarbij is het belangrijk om te onthouden dat de weg naar verandering zelden tot nooit een rechte is. Het is een kromme, een zigzagweg. En hoewel je van tevoren niet altijd kan weten hoe, waar en wanneer een obstakel zich aandient, kan je er wel rekening mee houden dát ‘ie gaat komen. Je kan de klap dan véél makkelijker hebben. Als het dan überhaupt nog als een klap voelt, althans!


Het laatste huiswerk

Met al deze theorie in je achterhoofd is de tijd wellicht rijp om aan de slag te gaan. Mocht dat inderdaad zo zijn, dan geven we je het volgende mee:

1. Waag je aan een gedachte-experiment. Neem een situatie waarin je graag anders te werk zou willen gaan dan je nu doet. Beschrijf hoe je normaal gesproken in deze situatie reageert en wat je denkt dat er zal gebeuren als je op een andere manier reageert. Stel voor jezelf vast onder welke omstandigheden het veilig voelt om de proef op de som wil nemen. Als het goed voelt, kan je aan de slag!

2. Onderzoek voor jezelf hoe je voorheen met obstakels omging. Neem een moment in je leven waarin je op een (ernstig) probleem stuitte en stel jezelf de volgende vragen:

  • – Wat gebeurde er?
  • – Wat waren de consequenties voor jou? 
  • – Hoe ging je met de situatie om?
  • – Op welke manier had je jezelf kunnen helpen om makkelijker met de gebeurtenis om te gaan?
  • – In conclusie: wat heb je nodig om in de toekomst makkelijker met dergelijke gebeurtenissen om te gaan?

3. Om effectief met obstakels om te kunnen gaan, is het bovendien handig om je persoonlijke risicofactoren in kaart te brengen. Dit kan je doen door beantwoording van de ‘4W-vragen’:

  • Waar – Op welke plekken of in wat voor context bestaat het risico dat je in oude patroon vervalt?
  • Wat – Welke activiteiten, gedachten en gevoelens zorgen ervoor dat je in oude patroon vervalt?
  • Wanneer – Op welke momenten ben je extra kwetsbaar voor terugslag?
  • Wie – Welke mensen in je omgeving dragen (onbewust) bij aan het terugvallen in je oude patroon?

Hou je voortgang zorgvuldig bij. Zorg dat je met volle bewustzijn je stappen volgt. Laat je omgeving weten dat je in een veranderingsproces zit. Wees je ervan bewust dat er tegenslag op je pad kan komen. 

En, niet te vergeten: beloon jezelf voor je inzet – óók als het gewenste resultaat nog op zich laat wachten!


This is the end…

Dit was alweer de laatste aflevering van de serie ‘Zeg maar dag tegen je uitstelgedrag!’. We hopen dat er iets aan hebt gehad! 🙂

Wil je iets voor je medestudenten betekenen? Graag nodigen we je uit om lid te worden van onze vereniging en je aan te sluiten bij de Welzijnswerkgroep!


Doe mee! Deel dit bericht.

De ondergang van de nachtbus

Sinds eind februari is het Nijmeegse nachtleven weer tot leven gekomen, door het loslaten van een verplichte eindtijd in de horeca. Dit betekent dat studenten ook weer thuis moeten komen, op een snelle en veilige manier. Veel studenten hebben een fiets, maar er zijn genoeg mensen die niet naar huis willen of kunnen fietsen, daarvoor kan lopen niet de enige andere betaalbare optie zijn. Daarom vindt AKKU dat de nachtbussen van Nijmegen terug moeten komen.

Een nachtbus is essentieel voor een aantal groepen. Allereerst studenten die zo ver weg wonen, dat het niet te doen is om ‘s nachts nog terug te fietsen, naar bijvoorbeeld Dukenburg. Er zijn ook genoeg studenten, waaronder veel HAN-studenten, die niet op kamers wonen en dus ‘s nachts nog met de trein terug naar het ouderlijk huis moeten. Naar het station lopen is voor veel studenten heel ver en zeker niet aangenaam.  Als een nachtbus ontbreekt, kunnen studenten tot maximaal 12 uur in Nijmegen blijven, waardoor een groot deel van de studentenbeleving wegvalt. Daarnaast hebben veel internationals geen fiets en zijn daardoor afhankelijk van de bus, om niet door de halve stad te hoeven lopen. 

Nu de vraag naar een nachtbus door het openen van het nachtbus weer teruggaat naar de niveaus van voor de corona-pandemie, is het tijd om ook de nachtbussen weer te laten rijden. Breng weigert tot nu toe de nachtbus te herintroduceren, aangezien er geen vraag zou zijn. Dit is een zeer slechte redenering, aangezien de vraag voor openbaar vervoer pas ontstaat als er aanbod is: niemand gaat op de bus wachten als er geen bushalte is. 

Wij pleiten ervoor dat het netwerk van nachtbussen weer terugkomt. Nachtbussen zijn belangrijk voor de sociale ontwikkeling studenten en zijn voor sommigen essentieel. Daarom, voor het belang van alle studenten: Breng de nachtbus terug!

Doe mee! Deel dit bericht.

Inleiding: de uitstellende student


AKKU Welzijn Online: Zeg maar ‘dag’ tegen je uitstelgedrag!’ (1/6)


Je moet nu écht aan de bak, want je werkgroep, je tentamen of de deadline voor je scriptie is morgen al. Er is alleen één probleem: die ene film, die ene serie, die kijkt zó lekker weg, dat je niet vooruit bent te branden…

Herkenbaar? Je bent niet de enige! Voor heel veel studenten vormt uitstelgedrag een groot probleem. In ‘Zeg maar ‘dag’ tegen je uitstelgedrag!’ legt AKKUWelzijn daarom uit hoe uitstelgedrag in elkaar zit en hoe je er – geheel op eigen kracht – voor eens en altijd korte metten mee kunt maken.


De uitstellende student

Dat uitstelgedrag onder studenten een groot probleem is, valt niet te ontkennen: maar liefst 50% zegt bovengemiddeld veel last van uitstelgedrag te hebben. Jammer is dit zeker, maar begrijpelijk net zozeer. Uitstellen is een natuurlijke omgang met stress, aangezien het leven als beginnend student met grote veranderingen gepaard gaat: je gaat op kamers –  vaak ook nog eens in een nieuwe stad – en hebt tijd nodig om je draai te vinden, en vindt die tijd door je minder leuke taken keihard overboord te gooien.

In het verlengde hiervan zijn er natuurlijk de verleidingen van het studentenleven. Tijdens de intro maak je vrienden voor het leven, je maakt kennis met Meter Maandag en bezoekt trouw je huisfeestjes, en voor je het weet is een uitgebreid katerontbijt een stuk aantrekkelijker dan je ochtendcollege statistiek…



Uitstellen: wat is het nou écht?

Kijk eens naar de volgende situaties. In welke denk je uitstelgedrag te zien?

  • – ‘Ik begin vanavond wel aan mijn essay, ik ben nu echt niet in de mood…’
  • Een studiegenootje belt je huilend op. Je laat je schoonmaakwerk liggen en gaat haar troosten. 
  • – Je drukt nog een keer de snooze-button van je wekker in. Over tien minuten ga je wel uit bed…

Ja ja, over smaak valt te twisten… Maar over uitstelgedrag, aldus dr. Piers Steel, niet:


“Uitstelgedrag is het er bewust voor kiezen om een taak voor je uit te schuiven, terwijl je weet dat dit tot problemen kan leiden.”



En jij?

Stel jij ook dingen uit? Bepaal het voor jezelf aan de hand van de volgende vragen:

1. Maak je met het niet uitvoeren van je taak een bewuste keuze?
2. Is het voor je
eigen bestwil om die taak wél te doen?
3. Is er een deadline voor je taak?
4. Geef je met het niet uitvoeren van je taak
welbewust voorrang aan een makkelijkere, leukere taak die minder belangrijk en urgent is dan de taak die je voor je uitschuift?

Heb je al deze vragen met ‘ja’ beantwoord? Grote kans dat ook jíj je schuldig maakt aan uitstelgedrag!


Hoe nu verder?!

Geen paniek! Je kunt er iets aan doen, en bovendien helemaal zelf!

Benieuwd hoe? Dat stellen we nog even uit…


Tot de volgende aflevering!


Doe mee! Deel dit bericht.

Mensen, wensen en grenzen: seksualiteit onder de studentenloep



Op donderdag verscheen de langverwachte aflevering van BOOS over de misstanden bij The Voice of Holland. De YouTube-uitzending, miljoenen keren bekeken, schetste een beeld van een cultuur waarin invloedrijke personen stelselmatig de grenzen van meisjes en vrouwen konden overtreden. 

De samenwerking tussen Tim Hofman, zijn team en enkele van de slachtoffers vormt de onthulling van één van de grootste Nederlandse misbruikschandalen sinds het ontstaan van de MeToo-beweging. Daarmee hebben oude vragen over seksualiteit een nieuwe urgentie gekregen. Welke risico’s kleven aan seksualiteit? Wanneer is seksueel gedrag grensoverschrijdend? Hoe kan je persoonlijke grenzen aangeven en respecteren? Welke verantwoordelijkheid heeft de omgeving?

In dit artikel probeert AKKUWelzijn vanuit het studentenperspectief het antwoord op deze vragen zo dicht mogelijk te benaderen.


Seksualiteit: wat is het?

Wie het terrein van de intimiteit en seksualiteit betreedt, betreedt een terrein waarvan de binnengrens met potlood geschetst is. De centrale factor hier, immers, is de persoonlijke beleving van mensen. Wat de één als een moment van intimiteit kan beleven, kan voor de ander – net zo gevoelsmatig – een puur seksueel moment zijn. Evengoed kan de onweerstaanbare aantrekkingskracht tussen bepaalde individuen die grens in één klap van haar relevantie ontdoen.

Een andere factor die het stellen van een definitie bemoeilijkt, is taal. Weinig dingen in het leven zijn zó aan de kunst van de communicatie onderhevig, als álles wat met intimiteit en seksualiteit te maken heeft (komen we later op terug).

In dit artikel wagen we daarom géén poging om het begrip ‘seksualiteit’ te definiëren. In plaats daarvan leggen we de nadruk op de ‘belevingskant’ door de keerzijde seksualiteitsmedaille te belichten.


De keerzijde van de seksualiteitsmedaille

Seksuele gezondheid
Een eerste schaduwkant is het risico op aantasting van de seksuele gezondheid. Ten eerste kan het gaan om een seksueel overdraagbare aandoening. Deze worden zoals de naam al verraadt, overgebracht door penetratie of orale seks. Mensen tussen de 16 en 29 jaar vormen een risicogroep: in 2020 liep maar liefst 2,6% tijdens het laatste seksuele contact een geslachtsziekte op (bron: RIVM).

Bovendien kan de seksualiteit kan worden belemmerd door een ‘seksuele disfunctie’. Hierdoor kan iemand bijvoorbeeld minder zin hebben in seks of tijdens de gemeenschap op problemen stuiten. Een voorbeeld hiervan is pijn rondom de vagina bij penetratie (vaginisme): 1 op de 2 vrouwen onder de 25 jaar ervaart weleens pijn tijdens de penetratie; in een veelvoud van gevallen komt pijn regelmatig of zelfs frequent voor (bron: Rutgers).

Ter illustratie vind je hier een uitgebreid onderzoek naar seksuele problematiek onder jongeren.

Acceptatie en veiligheid
Een ander belangrijk thema is sociale veiligheid. Het nieuwe kabinet-Rutte IV belooft de sociale veiligheid en gelijke behandeling in het hoger onderwijs te waarborgen. De belofte strekt zich dus mede uit tot personen die vanwege hun gender, seksuele identiteit of seksuele oriëntatie, in een onderwijssetting niet het gevoel hebben zichzelf te kunnen zijn. Cijfers onderstrepen de urgentie: ruim 40% van de LHBTIQ+-jongeren tussen de 18 en 24 jaar verbergt hun identiteit in het onderwijs (bron: Movisie).


Bijna de helft van de LHBTIQ+-jongeren verbergt hun identiteit in het onderwijs


Seksueel grensoverschrijdend gedrag
De derde, meest actuele schaduwkant is seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wanneer is seksueel gedrag grensoverschrijdend? Vanwege de complexiteit, het persoonlijke karakter en de vele uitingsvormen is het ook hier lastig om een eenduidige definitie te geven. 

Movisie en Sensoa geven zes factoren voor de beoordeling of sprake is van grensoverschrijdend gedrag:

1. Wederzijdse toestemming. Dit betekent dat alle betrokken partijen zich ergens prettig bij voelen. Seksuele handelingen zonder toestemming, of het nou gaat om zoenen, het doorsturen van een naaktfoto of penetratie, zijn dus altijd grensoverschrijdend.

2. Vrijwilligheid. De vrije wil vormt de basis van seksueel contact. Iemand moet dus in vrijheid ‘ja’ én ‘nee’ kunnen zeggen. Praktijken als manipulatie, chantage of (dreigen met) geweld zetten hier een dikke, vette streep doorheen.

3. Gelijkwaardigheid. In het sociale verkeer is gelijkwaardigheid zeer belangrijk. Heeft de één meer macht of invloed dan de ander, zoals een docent ten opzichte van een student? De ander kan dan misschien moeilijker ‘nee’ zeggen. Op de ‘sterkere’ partij rust dan de verantwoordelijkheid om de grenzen van de ‘zwakkere’ of jongere partij in het oog te houden.

4. Ontwikkelings- of functioneringsniveau. Gezond seksueel gedrag is in lijn met de ontwikkelingsfase en het functioneringsniveau van de betrokkenen partijen. Enerzijds verlangt dit dat iemand ‘helemaal klaar’ is om een stap te zetten, anderzijds het vermogen om de juistheid en consequenties van bepaald gedrag in te schatten. Tegen die achtergrond is het hoogst twijfelachtig of iemand die (te) veel alcohol heeft gedronken nog in staat is diens grenzen aan te geven. Van de andere partij wordt dan dus extra voorzichtigheid verlangd.

5. Context. Of bepaald seksueel gedrag grensoverschrijdend is, is sterk afhankelijk van de context waarin het wordt vertoond. Hiermee wordt bedoeld dat voor de omgeving aanstootgevend gedrag zoveel mogelijk wordt vermeden. Zo wordt luidruchtige seks in het pashokje van de Hunkemöller in vrijwel alle gevallen als problematisch ervaren.

6. Impact. Seksueel gedrag kan lichamelijke, emotionele of geestelijke schade teweegbrengen. Dit kan al aan de orde zijn bij handelingen die iemand mogelijk als betrekkelijk ‘onschuldig’ ervaart, zoals een kneep in het achterwerk of een seksueel getinte uitlating. Ook geen condoom gebruiken wanneer niet duidelijk is of de gemeenschap veilig is, kan schadelijk zijn. Verantwoord seksueel gedrag vereist dus doordacht beleid over de mogelijke nadelige gevolgen.


Seksueel grensoverschrijdend gedrag is nóóít de schuld van het slachtoffer!


Seksueel grensoverschrijdend gedrag onder studenten
Seksueel grensoverschrijdend gedrag is alomtegenwoordig. Ook onder studenten is het, zacht gezegd, een grootschalig probleem. 

Een aantal feiten (bron: Amnesty International):

  • – 10% van de studenten heeft ooit seksuele penetratie zonder toestemming meegemaakt
  • – In 72% van de gevallen ging de ander door zonder te checken of het slachtoffer dit wilde
  • – 60% van de slachtoffers beschouwde de penetratie (aanvankelijk) niet als grensoverschrijdend
  • – 75% van de slachtoffers ervoer na hun ervaring psychische en seksuele problemen
  • – 38% van de slachtoffers heeft het niet met iemand kunnen/durven bespreken

Ook andere vormen van seksueel geweld, zoals aanranding, komen onder studenten veelvuldig voor. In Maastricht, bijvoorbeeld, geeft ruim een kwart aan in hun studententijd met ongewenste aanraking te maken te hebben gehad (bron: Maastricht University). En ook tijdens het uitgaan, zeker wanneer er alcohol of drugs in het spel is, is grensoverschrijdend gedrag, van opmerkingen tot betasting, sterk aan de orde.





Gevolgen van seksueel grensoverschrijdend gedrag
De impact van seksueel grensoverschrijdend gedrag is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de leeftijd en persoonlijkheid van het slachtoffer en de aard, ernst en duur van het misbruik. Ook kan de schade pas later, zo niet jaren na de gebeurtenis(sen) optreden. 

De schade kan zich op verschillende manieren uiten:

1. Lichamelijk. Seksueel grensoverschrijdend gedrag kan leiden tot directe (verwondingen, SOA) of indirecte (zelfbeschadiging) lichamelijke schade. Een slachtoffer kan bovendien klachten ontwikkelen waarvoor geen aanwijsbare oorzaak ontstaat, zoals hoofd- en buikpijn. Ook kunnen hartkloppingen en soortgelijke klachten ontstaan.

2. Geestelijk. Seksueel grensoverschrijdend gedrag leidt vaak tot gevoelens van spanning, schaamte, schuld. Vaak ervaart het slachtoffer slaapproblemen en heeft deze de neiging de situatie te bagatelliseren. Ook kan zware psychische problematiek worden ontwikkeld, zoals een PTSS, verslaving en suïcidaliteit.

3. Sociaal. Slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag ervaren vaak wantrouwen jegens hun omgeving en een onvermogen om grenzen te stellen. Op de lange termijn kunnen zij in een sociaal isolement terechtkomen. Werkloosheid of verminderde studieprestaties vormen ook een reëel risico.

4. Seksueel. Slachtoffers kunnen seksueel gedrag gaan vermijden of juist overmatig risicovol seksueel gedrag vertonen, wat eventueel tot relatieproblemen kan leiden. Ook kunnen vraagtekens bij de (seksuele) identiteit ontstaan; denk aan twijfels over de geaardheid of het zich niet thuisvoelen in het eigen lichaam.


Signalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag
Gevoelens van angst, schuld en schaamte kunnen ervoor zorgen dat slachtoffers zwijgen over hun traumatische ervaring. Voor de omgeving is het daarom moeilijk om seksueel grensoverschrijdend gedrag te herkennen. 

Toch kunnen er wel degelijk verontrustende signalen zijn. Bijvoorbeeld:

  • – Zware concentratieproblemen
  • – Verhoogde prikkelbaarheid
  • – Eetproblemen
  • – Schrikreacties bij aanraking
  • – Afzondering/vermijding van sociale situaties
  • – Een sterke afkeer van of juist overmatige fixatie op seks
  • – Lichamelijke verwondingen
  • – Middelenmisbruik

Mocht je bij iemand in je omgeving één van deze signalen herkennen, dan hoeft dat op zichzelf geen bewijs voor seksueel grensoverschrijdend gedrag te zijn. Meerdere signalen geven wél aanleiding om extra op te letten. Better safe than sorry!




Jezelf en elkaar helpen: tips

1. Praat met elkaar. Op deze manier kan je je wensen en grenzen op seksueel gebied stellen en bewaken. Ook is praten een belangrijke manier om te helen van grensoverschrijdend gedrag. Vind je het moeilijk of eng om je grenzen aan te geven? Dat is helemaal niet erg. Je kan jezelf trainen om effectief je grenzen te leren aangeven. Deze tips kunnen je hierbij helpen. Heb je behoefte aan meer persoonlijke hulp? Dan kan je altijd een coach of professioneel hulpverlener in de arm nemen.

2. Vraag naar de wensen en behoeften van de ander. Zeker op het gebied van seksualiteit komt het regelmatig voor dat iemand moeite heeft om uit zichzelf diens wensen, behoeften en grensoverschrijdende ervaringen te delen. Door vragen te stellen kan je de ander daarbij helpen.

3. Luister naar wat een ander je vertelt. Luisteren en observeren zijn van cruciaal belang om iemands grenzen te begrijpen. Ook draagt het enorm bij aan het herstelproces dat een slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag doormaakt.  

4. Check of je de ander goed begrijpt. Een gevoelig thema als seksualiteit is onderhevig aan de edele kunst van het communiceren. Verbaal, maar zeker ook nón-verbaal. Misverstanden liggen dus altijd op de loer. 

Twijfels in de communicatie? Áltijd doorvragen, dus!

5. Respecteer en accepteer de wensen en behoeften van de ander. Nederland heeft het polderen uitgevonden, maar op seksueel gebied geldt:




6. Zorgvuldigheid staat voorop. Seksualiteit verschaft niemand een genotsmonopolie. Verdiep je dus in een ander en in diens wensen en grenzen. Vraag altijd of de ander een condoom wil gebruiken. Wees extra voorzichtig als de ander alcohol of drugs heeft gebruikt. Vraag jezelf af hoe je iemand op diens gemak kan stellen. Denk na over de impact die een bepaalde woordkeus kan hebben. Er is geen enkel excuus om het niet te doen.  

7. Spreek elkaar aan op gedrag (een grapje, een opmerking) dat een ander mogelijk als seksueel grensoverschrijdend ervaart. Op deze manier wordt ongewenst gedrag in de studiekring, in de klas, binnen de vereniging of elders niet de norm. 

8. Help een ander. Een dierbare, een studiegenootje, een onbekende in de supermarkt: iedereen kan slachtoffer van seksueel misbruik zijn of anderszins in een kwetsbare positie verkeren. Zelfs al wordt er niet over gesproken. Of het nou om een luisterend oor of een bos bloemen gaat: alle hulp is welkom. Altijd.

9. Onthoud:

          – Voel je dat iemand je grens over gaat? Dan klopt dat altijd!

          – Grensoverschrijdend gedrag is NÓÓIT de schuld van het slachtoffer!

          – Wat er ook is gebeurd, in wat voor situatie je je bevindt: je bent oké!



Hulplijnen

Slachtofferhulp Nederland
Website:www.slachtofferhulp.nl
Telefoon: 0900-0101 (ma t/m vr van 08:00-22:00 uur)
Chatfunctie: Ja

C
entrum Seksueel Geweld
Website: www.centrumseksueelgeweld.nl
Telefoon: 0800-0188 (24/7 bereikbaar)
Chatfunctie: Ja

Verbreek de Stilte
Website: www.verbreekdestilte.nl
Telefoon: 0900-9999 001 (ma t/m vr van 8:00-20:00, za van 10:00-17:00 uur)
Chatfunctie: Ja

Mind Korrelatie
Website: www.mindkorrelatie.nl
Telefoon: 0900-1450 (ma t/m vr van 09:00-21:00 uur)
Chatfunctie: Ja

Zelfmoordpreventie
Website: www.113.nl
Telefoon: 0800-0113 (24/7 bereikbaar)
Chatfunctie: Ja

De Luisterlijn
Website: www.deluisterlijn.nl
Telefoon: 088-0767 000 (24/7 bereikbaar)
Chatfunctie: Ja

GGD Gelderland-Zuid
Website: www.ggdgelderlandzuid.nl
Telefoon: 088-144 71 44
E-mail: info@ggdgelderlandzuid.nl

Vertrouwenspersonen onderwijsinstellingen
* Radboud Universiteit (RU):

vertrouwenspersonen@ru.nl

* Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN):
Elke faculteit van de Hogeschool heeft minimaal één vertrouwenspersoon (art. 8 Klachtenregeling). Voor de contactgegevens kan contact worden opgenomen via de faculteit van je opleiding.

Studentpsychologen onderwijsinstellingen
* Radboud Universiteit (RU):
Algemene informatie is te vinden op: https://www.ru.nl/studenten/tijdens-studie/begeleiding-en-advies/links-pagina-studentenbegeleiding/studentenpsycholoog/

* Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN):
Algemene informatie is te vinden op: https://www.han.nl/studeren/succesvol-studeren/persoonlijke-begeleiding/
 

Doe mee! Deel dit bericht.

Studenten en persoonsgegevens: eerste hulp bij privacyschending


Vandaag heeft een onbekende de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen afgeperst. Er zouden maar liefst 180.000 persoonsgegevens buit zijn gemaakt. Voor studenten kan het datalek ernstige gevolgen hebben, zoals phishing en identiteitsfraude. Niet chill! Onze Rechtswinkel legt daarom uit wat persoonsgegevens zijn, hoe je er grip op kunt krijgen en wat je kunt doen tegen een inbreuk op jouw privacy.

Wat zijn persoonsgegevens? Dit zijn, kort gezegd, alle gegevens die tot een bepaalde persoon te herleiden zijn. Denk hierbij aan algemene gegevens, zoals je naam, adres en rekeningnummer. Daarnaast spreekt de AVG over ‘bijzondere persoonsgegevens’: gegevens die erg gevoelig zijn. Een selfie op Instagram of gegevens over je politieke opvattingen zijn daar belangrijke voorbeelden van.

Verder is het van belang wie de gegevens in handen heeft. Immers, niet alle gegevens zijn voor iedereen bruikbaar. Je studentnummer, bijvoorbeeld, is alleen voor de hogeschool of universiteit waaraan je studeert een relevant gegeven. Deze instelling is namelijk de enige die het gegeven kan koppelen aan jou als persoon. 


Ook een selfie op Instagram is een persoonsgegeven!


Om meer grip te krijgen op jouw persoonsgegevens, heb je drie belangrijke rechten. Het eerste is het recht op inzage van gegevens. Zo kun je de Radboud Universiteit of HAN vragen om je antwoorden op open tentamenvragen op te sturen. Het tweede recht betreft het recht op wijziging. Je kunt, zoals de term al verraadt, je onderwijsinstelling verzoeken een gegeven in de database te veranderen. Denk hierbij aan verwerking van een verhuizing, of het doorvoeren van een geslachtsverandering. Het derde recht is het recht op verwijdering. Dit is bijvoorbeeld aan de orde wanneer je bent afgestudeerd, of doorstroomt na het behalen van je propedeuse. Het staat je dan vrij om de onderwijsinstelling die je verlaat te verzoeken je contactgegevens te verwijderen. 


Studenten van wie de privacy is geschonden, kunnen een schadevergoeding eisen


Als slachtoffer van een datalek heb je helaas niets meer aan deze rechten. Met lege handen sta je echter niet. Je kunt je namelijk beroepen op het recht van informatie. Op deze manier kun je achterhalen wat er met jouw persoonsgegevens is gebeurd. Vervolgens kun je, zowel zelfstandig als als groep, een schadevergoeding eisen. In het verleden heeft de rechter diverse partijen met ‘immateriële schade’ een bedrag van €500 toegekend.

Ben jij slachtoffer van een datalek? Onze Rechtswinkel geeft gratis informatie en advies. En ook als je extra juridische stappen wilt ondernemen, staan onze juristen voor je klaar!

Doe mee! Deel dit bericht.

Landelijk kamertekort verdubbelt; “Wanneer worden we wakker?”

Foto door FakirNL, Creative Commons 4.0 Licentie, via WikiCommons

Het landelijke studentenwoningtekort zal over drie jaar verdubbeld zijn. Dit blijkt uit nieuwe prognoses van Kences, het kenniscentrum studentenhuisvesting. Wij vrezen dan ook het ergste. “De politiek moet  ingrijpen, anders staat studenten een ramp te wachten.” 

De cijfers spreken boekdelen. Waar er afgelopen najaar al een tekort aan 22.000 studentenwoningen was, zal dit over drie jaar maar liefst 50.000 zijn. Het Ministerie van Onderwijs voorspelt namelijk dat er tegen die tijd ruim 100.000 meer studenten dan zullen zijn. ‘En de helft daarvan is uitwonend,’ aldus Kences.

De woningnood zal ook in Nijmegen voelbaar zijn. Zo heeft Nijmegen al een tekort van 2100 wooneenheden. Ondertussen staat het terugdringen van het tekort op losse schroeven. Het ‘facetbestemmingsplan’ waar de gemeente aan werkt, zal de verhuur van woonruimte aan studenten namelijk niet makkelijker, maar juist moeilijker maken. Wij roepen de gemeente daarom op om het plan te heroverwegen. Bestuurslid Merlijn de Bruin: “Zoals het er nu ligt, zal het nóg moeilijker worden om studenten een dak boven het hoofd te geven. Daarmee zal onze grootste nachtmerrie, studenten in tentenkampen, werkelijkheid worden. Wanneer worden we wakker en doen we écht iets aan het tekort?”

Doe mee! Deel dit bericht.

Arnhemse studenten overwinnen!

Foto door Maxxiwe, Creative Commons 4.0 Licentie
Foto door Maxxiwe, Creative Commons 4.0 Licentie, via WikiCommons

De gemeente Arnhem heeft nieuwe regelgeving over verkamering aangenomen. De gemeenteraad heeft gestemd tegen gedwongen spreiding van studenten en voor plannen voor betere huisvesting. Een overwinning voor studenten, dankzij samenwerking van vele jongerenorganisaties. 

De gemeenteraad van Arnhem heeft op 28 oktober unaniem een nieuw facetbestemmingsplan voor verkamering aangenomen. Met dit plan probeert de gemeente zowel buitensporige verkamering -het opkopen van panden om ze om te zetten in kamers voor de verhuur-  terug te dringen, als de kwaliteit van kamers te verbeteren. 

In andere gemeenten heeft te strenge regulering van verkamering geleid tot een groter kamertekort voor studenten. AKKU heeft zich dan ook ingezet voor een plan dat de kwantiteit en kwaliteit van studentenkamers waarborgt, zonder studenten op straat te zetten. Met succes.
Eerdere versies van het plan bevatten onder andere de zogenaamde 50-meterregel, waardoor een groot deel van Arnhem op slot zou komen te staan voor verkamering. AKKU heeft hierover ingesproken en samen met diverse jongerenorganisaties een brief opgesteld naar de gemeenteraad. Dankzij een amendement van onder andere de VVD en D66 is de 50-meterregel alsnog uit het plan gehaald. 

Het nieuwe plan vergroot de verantwoordelijkheid van verhuurders en zet in op onderling overleg tussen belanghebbenden. In de komende periode gaat AKKU dan ook in gesprek met Arnhemse huurders, verhuurders, handhaving en de gemeente om het belang van studenten te verdedigen.  

Daarnaast is een motie van SP en PvdA over sociale studentenhuisvesting aangenomen. De gemeente zal in 2021 plannen presenteren voor een nieuw studentencomplex. AKKU is erg blij met deze ontwikkeling. 

Al met al is dit plan een succesverhaal voor studenten. Samen met diverse politieke jongerenorganisaties hebben we laten zien dat de gemeente niet om het geluid van de studenten heen kan.

“Deze uitkomst is een succesverhaal voor studenten.”

Menno Uphoff, voorzitter Studentenvakbond AKKU

Studentenvakbond AKKU kijkt tevreden terug op de samenwerking met diverse jongerenorganisaties en politieke partijen op dit onderwerp. Het nieuwe plan laat veel ruimte voor overleg met belanghebbenden, zonder studenten uit de stad te verjagen. AKKU zal zich bij deze overleggen blijven inzetten voor het belang van studenten. Ook kijken we met veel enthousiasme naar de plannen die Arnhem gaat presenteren voor een nieuw studentencomplex.

Doe mee! Deel dit bericht.

Alsnog geen kamers meer in Arnhem?

Na de discussie van afgelopen jaar heeft Arnhem de plannen gepresenteerd om verkamering verder te reguleren. Studentenvakbond AKKU strijdt tegen regelgeving die de stad op slot zet voor studenten.

Sinds begin dit jaar wordt er in Arnhem gewerkt aan een plan om verkamering te reguleren. De gemeente vindt dat te veel panden worden omgezet in kamers om te verhuren, vooral in de wijk Spijkerkwartier. De plannen werden begin oktober gepresenteerd en meteen viel er iets op; de 50-meter regel, die in juni door de gemeenteraad werd verworpen, was door het College opnieuw in de plannen gezet. 

De gemeenteraad was het hier niet mee eens. Door een motie van de VVD moest het College de 50-meter regel opnieuw uit de plannen halen. Het voorstel werd aangepast en op 7 oktober opnieuw besproken. Bij deze vergadering was AKKU ook aanwezig om duidelijk te maken hoe belangrijk het aanbod van studentenkamers is. 

Bij de bespreking werd duidelijk dat sommige partijen nog steeds een 50-meter regel willen, ondanks de dubbele afwijzing hiervan door de gemeenteraad. 

                  “De stad op slot zetten lost niets op”

Andere maatregelen in het nieuwe plan zijn gericht op het verhogen van de kwaliteit van kamers en de aansprakelijkheid van verhuurders. 

Studentenvakbond AKKU vindt dat de nieuwe maatregelen de overlast in delen van Arnhem goed aanpakken, zonder kamerverhuur onnodig te verbieden. Een 50-meter regel voor de hele stad zet Arnhem op slot voor studenten en zorgt op lange termijn voor een groot tekort aan kamers voor studenten. Ook lost het de huidige overlastproblemen niet op, omdat bestaande panden niet geraakt worden door de regel. Beter voor studenten én de stad is het inzetten op goed verhuurderschap, hogere kwaliteit en overleg. 

De huidige plannen bieden hierin genoeg ruimte om met huurders en verhuurders te werken aan een prettige stad voor iedereen. Studentenvakbond AKKU roept de gemeenteraad dan ook op om niet over te gaan tot spreidingsregels en vooral vaart te maken met de dialoog.

Doe mee! Deel dit bericht.