Afgelopen zondag liep het bestuur van AKKU mee met #ineenwachtlijstjekunjenietwonen. De zon scheen flink en dat maakte het tot een gezellige en vrolijke manifestatie. Maar die sfeer mag je gerust misleidend noemen, want de woningnood is schrikbarend hoog en de verhalen die we van aanwezigen hoorden waren stuk voor stuk schrijnend.

Als studentenvakbond zijn wij natuurlijk bekend met de gevolgen die de woningnood voor studenten heeft. Het lukt de SSH& niet om de groei van de universiteit bij te benen. Studenten komen soms pas in hun tweede studiejaar in aanmerking voor de minst gewilde kamers. Studenten worden in de handen van huisjesmelkers gedreven, die van de wanhopige situatie van studenten maar wat graag misbruik maken.

Maar studenten die niet in het ideale plaatje van een student passen, komer er helemaal niet meer tussen. Want wie kiest er uit de 100 reacties die op een kamer komen voor die international, die laatstudeerder of die student met een huisdier? Tijdens de demonstratie werden we getroffen door de schokkende verhalen van de deelnemers.

Na een tijd te hebben gewerkt, is Hans op latere leeftijd begonnen met de studie Vaktherapie op de HAN. Hij zou graag in een studio of een klein appartement gaan wonen, maar bij SSH& is er geen plek. Dus daar zit je dan, op je 28ste, in een kamer van 12 vierkante meter voor 380 euro per maand. Aan studio’s en starterswoningen is er in Nijmegen een groot tekort: het doorstroomprobleem heet dat.

Sinds kort heeft Anna, die naast wat modellenwerk serveerster is in een eetcafé, eindelijk een kamertje voor zichzelf. Dat was vroeger wel anders, want vanuit een rottige thuissituatie werd ze op haar 19e dakloos. Een kamer krijgen was onmogelijk, maar als je thuissituatie onhoudbaar is, heb je geen keuze. Vier jaar lang sliep Anna her en der bij vrienden op de bank of in kraakpanden. De daklozenopvang is voor een jonge vrouw nu eenmaal geen veilige plek. De 6 vierkante meters (!) die ze nu voor zichzelf heeft, zijn voor haar een geschenk uit de hemel.

Tijdens de demonstratie lopen er meer dak- en thuislozen mee. Het valt op dat de oorzaken voor dakloosheid verschillend zijn. Zo spreken we met een man die al dertig jaar geleden zijn verblijfsvergunning is kwijtgeraakt, maar die ook niet meer welkom is in het door oorlog verscheurde Somalië, waar hij sinds zijn zevende niet meer is geweest. Zijn situatie is uitzichtloos. Hij zal nooit een eigen woning kunnen betrekken, en werken gaat ook alleen maar zwart. Volgens de overheid bestaat hij niet. Maar zijn bestaan komt enorm dichtbij als hij tijdens het lopen zijn slaapplaats aanwijst.

Dan werk je veertig uur per week, en moet je nog in je auto slapen.

Bij de meeste mensen die we spreken, blijkt echter niet illegaliteit maar simpelweg het woningtekort de belangrijkste oorzaak voor dakloosheid. We spraken een aantal mensen die gewoon werken en studeren, maar desondanks hun woning kwijtraakten. Net als bij Anna zaten velen in een onveilige situatie, en is er door het woningtekort geen uitvlucht. Je kunt dan kiezen: je blijft in een onveilige omgeving wonen of je staat op straat.

Het woningtekort dwingt je te kiezen: je kunt op straat gaan wonen, of je blijft in een situatie die niet veilig is

Van studenten horen we over conflict met hun ouders, die bijvoorbeeld met psychische klachten of verslaving kampen. Een scheiding of een loonval heeft voor anderen hetzelfde effect, maar ligt in het leven van een student natuurlijk meestal niet voor de hand.

Maar jong of oud, en wat de oorzaak ook is, in de meeste gevallen gaat het om mensen die volwaardig meedraaien in de maatschappij. De woningnood is inmiddels zo erg dat niet alleen illegalen en alcoholisten op straat belanden. Een grote groep in onze samenleving is één tegenslag van dakloosheid verwijderd. Als je je thuis kwijt raakt, kun je nergens anders heen. Dan werk je veertig uur per week, en moet je nog in je auto slapen.

Aan het einde van de tocht komen we op het station aan. Organisator Ramon van Eijk vertelt een aantal feiten over de woningnood, om de omvang duidelijk te maken. Het aantal daklozen is in tien jaar tijd verdubbeld tot meer dan 40.000. In de groep 18- tot 30-jarigen is de groei het grootst, en gaat het zelfs om een verdrievoudiging.

Het aantal daklozen is in tien jaar tijd verdubbeld tot meer dan 40.000. In de groep 18- tot 30-jarigen is de groei het grootst, en gaat het zelfs om een verdrievoudiging.

Deze ramp hangt natuurlijk samen met het enorme woningtekort in Nederland. Landelijk gaat het om 294.000 woningen, zo blijkt uit onderzoek van het Ministerie van Binnenlandse zaken. Gelderland heeft daarin, met een tekort van 33.000 woningen, een groot aandeel. Dat zien we ook terug in de cijfers over de wachttijd. De negen jaar die mensen volgens het landelijk gemiddelde moeten wachten op een huurwoning is al hoog, maar in Nijmegen gaat het zelfs om een wachtlijst van veertien jaar. Wanneer je je als 18-jarige inschrijft bij de woningbouwvereniging, kun je op je 32ste terecht.

De cijfers zijn schokwekkend. Maar nog schokwekkender is de gedachte dat achter ieder cijfer in ieder rapport een mens schuilt.

De cijfers zijn schokwekkend. Maar nog schokwekkender is de gedachte dat achter ieder cijfer in ieder rapport een mens schuilt. Er zijn 294.000 mensen zoals Hans en Eva die staan te springen om een fijne plek, waar ze kunnen wonen en werken en plezier kunnen hebben en kunnen rusten, mensen die zoeken naar een plek om te leven, naar een woning. Voor velen van hen is iedere dag wachten er één te veel.

Studenten zijn niet de enigen die last hebben van de hoge woningnood. Daarom gaat AKKU het komende jaar de samenwerking met andere groepen woningzoekers aan. Samen staan we sterk en maken we een vuist. Wil je betrokken blijven bij deze acties? Wordt dan lid van de vakbond en vink bij je interesses ‘huisvesting’ aan.

Doe mee! Deel dit bericht.